Brandweercolumn | Brand niet blussen

2019-08-28

Arjen Thieck, vrijwilliger bij post Creil, zit op donderdagavond 15 augustus lekker met zijn vrouw en schoonvader aan de koffie als tegen 21:45 uur zijn pager begint te piepen.

Arjen: ‘Ik pak mijn pager op en zie een niet-spoedeisende brandmelding op het beeldscherm verschijnen. Het zou gaan om een bosschagebrand. Ik ken de locatie, bij een bosrand, dus de kans dat er veel aan de hand is is vrij klein. Ik stap in de auto om naar de kazerne te rijden en zie vanaf de locatie van de brandmelding de vlammen al boven de bomen uitschieten. Op de kazerne aangekomen hebben ook de andere collega’s de vlammen al gezien.’

Vijf meter hoog 

‘Bij het ter plaatse komen zien we aan de rand van de kavel een grote stapel strobalen volledig in de brand staan. De stapel is zo’n vijf meter hoog. Toch wel gek denk ik bij mijzelf, want zo’n stapel gaat natuurlijk niet uit zichzelf branden. Het is vrijwel windstil en de rook trekt bijna recht omhoog. De rook en de vlammen vormen geen gevaar voor de omgeving. In overleg besluiten wij de omgeving van de brandende stapel af te zetten en de strobalen gecontroleerd te laten uitbranden. Blussen heeft geen zin en gaat heel lang duren. Je moet eerst een grijper regelen die de balen uit elkaar trekt en als je gaat afblussen ga je laag bij de grond een hoop rook krijgen. Gecontroleerd laten uitbranden is hier de beste oplossing.’

Verse voetsporen 

‘Wat wel raar is dat tegelijkertijd met onze brandmelding er ook een melding binnenkomt van brandende strobalen op een ander adres. Dat zet je toch aan het denken. Wij hebben dan ook de politie ter plaatse gevraagd om te kijken naar verse voetsporen die wij in de directe omgeving van de strobalen hadden aangetroffen. Een kleine twee uur later rijden wij terug naar de kazerne. De eigenaar van het stro zou die nacht een oogje in het zeil houden. Een bijzonder incident. Het komt niet vaak voor dat wij bij een brand niet hoeven te blussen.’

Bron: De Noordoostpolder