De polder van vroeger

In de rubriek De polder van vroeger schrijft Bert Rosink uit Creil over wetenswaardigheden uit de rijke historie van de Noordoostpolder.

De Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken) gaf vroeger excursiegidsen uit. Gidst voor hen die bijvoorbeeld de polderwerken wilden bezoeken. De oudste, die hier voor mij ligt dateert uit 1947. Wat hierin opvalt is de naamgeving van de (toekomstige) polders: Noordoostpolder (1942) 48.000 ha, Zuidwestpolder 56.000 ha en Zuidoostpolder 96.000 ha. Met de Wieringermeer (1930) erbij van 20.000 ha komen we op een totaal van 220.000 ha grond dat respectievelijk aan het IJsselmeer dan wel aan de voormalige Zuiderzee onttrokken is. Er zou dan 125.000 ha IJsselmeer overblijven.

Zuidwestpolder

Dit bij volledige inpoldering, maar we weten inmiddels dat met de huidige stand van zaken, de grootste, de Zuidwestpolder (Markerwaard), niet ingepolderd gaat worden. Wat opvalt is dat er sprake is van vier polders en in de excursiegids van 1951 zijn het er vijf geworden; de Zuidoostpolder is in tweeën gedeeld, in een Oosterpolder (in uitvoering) en een Zuiderpolder (in ontwerp) en de Zuidwestpolder (in ontwerp) heet dan Westerpolder.

Het waren werknamen die de Wieringermeer ook gekend heeft want in de Deli Courant van 5 januari 1928 heeft men het dan nog over de Noordwestpolder. De Deli courant mag gerust opportunistisch genoemd worden, want het artikel kopt met de woorden; DE TWAALFDE PROVINCIE, maar dat zou pas in 1986 gebeuren en dan zonder de Wieringermeer. Naamgeving was kennelijk toch niet zo’n probleem, want de Oosterpolder wordt Oostelijk Flevoland, de Zuiderpolder Zuidelijk Flevoland, de naam Markerwaard is er ook al.

Werknaam

Maar bij de Noordoostpolder, toen ook wel geschreven als Noord-Oostpolder, die uiteindelijk als enige zijn werknaam zou behouden, lag dat duidelijk anders. Tot op de dag van vandaag zijn er mensen die het niet eens zijn met deze naam; het zou negatief klinken, niet meer van deze tijd zijn en geassocieerd worden met verre koude oorden. Ook de politiek roerde zich in de discussie; in de Friese Koerier van 24 juni 1969 lezen we bijvoorbeeld dat B en W Noordoostpolder de naam willen handhaven.

Dit naar aanleiding van vragen van raadslid Wolter Netjes van de P.C.-groep die vond dat de naam verkeerde associaties oproept en de rol die de NOP in de Tweede Wereldoorlog heeft gespeeld inmiddels wel vergeten is. Juist deze rol in de oorlog was voor de minister in 1948 (naar gezegd wordt op eigen gezag) mede een reden om de werknaam Noordoostpolder om te zetten in een definitieve naam. De afkorting N.O.P. was immers een geuzennaam voor Nederlands Onderduikers Paradijs. Eigenlijk best heroïsch.

Schokkerwaard

Sedert 1936 is er discussie geweest over de naam en om een paar suggesties te noemen; Emmelerwaard, IJsselgo, IJsselland, Schokkerwaard en Urkerpolder. Voorlopig werd het eerst Urkerland, met voor velen al een stevige flirt naar de naam Noordoostpolder. Dan zijn de krantenberichten enigszins tegenstrijdig. Als in 1948 de definitieve naam wordt gekozen komt op 21 januari 1948 de Drentsche Courant met het bericht dat het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap de minister adviseert dat Schokkerwaard de definitieve naam moet worden.

Op 27 maart 1948 meldt Trouw echter dat het genootschap de minister de naam Urkerland adviseert. ,’Andere aanvaardbare namen zouden zijn; Urkerwaard of Schokkerwaard, terwijl ook zou kunnen worden overwogen om de naam Noordoostpolder blijvend te handhaven (citaat Trouw)’. What’s in a name?

Bert Rosink

Uit de Excursiegids van 1947,
Uit de Excursiegids van 1947