Gedeputeerde Harold Hofstra is verbaasd over specifieke eisen in de stikstofopgave die vorige week vrijdag is verschenen. Toen werd duidelijk dat in heel Flevoland de stikstofuitstoot met 24 procent omlaag moet, het laagste percentage van het land. Maar binnen Flevoland moet de uitstoot in een gebied rond Creil en Espel in Noordoostpolder aanzienlijk meer afnemen: met 47 procent.
Hofstra noemt dit een bijzondere keuze van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en wil graag dat het ministerie dit besluit nader toelicht. Het gebied rond Creil en Espel wordt gekenmerkt door akkerbouwbedrijven, terwijl het grootste krimpdoel verwacht werd bij veehouderijen. “Dat gebied (rond Espel en Creil, red.) ligt ook nog eens op behoorlijke afstand van stikstofgevoelige beschermde natuur”, aldus Hofstra.
Weinig oog voor boeren die al wilden afbouwen
De gedeputeerde hekelt verder dat er in de plannen van het ministerie weinig oog is voor boeren die al zijn gestart met (het maken van plannen voor) stikstofreductie. Hofstra: “De gevolgen van de plannen in de notitie en bijbehorende kamerbrief zijn voor alle (agrarische) ondernemers in de provincie enorm. De plannen roepen emotie en onzekerheid op. Veel boeren zijn al gestart met een transitie om zich aan te passen aan de omgeving/opgaven. Dat komt weinig naar voren.” Hierdoor zouden betrokken boeren afhaken, “terwijl er tot nu toe juist veel bereidheid was om mee te denken over mogelijkheden en samen te werken aan oplossingen.”
Hofstra richt zich de komende tijd vooralsnog vooral op de eigen provinciale aanpak. Die richt zich met name op de oostrand van Noordoostpolder. De provincie probeert boeren in dat gebied te winnen voor een drastische vermindering van de stikstofuitstoot die met name neerslaat in het nabijgelegen natuurgebied Weerribben-Wieden.
Van de ongeveer zeventig boeren in dat gebied hadden hooguit vijftien zich gemeld bij de provincie om mee te werken. “Een aantal van hen wil de stikstofuitstoot verlagen door te innoveren. Er zijn ook agrariërs bij die geen opvolger hebben en die willen praten over het afstoten van hun bedrijf”, vertelde Hofstra al eerder in Over Flevoland Gesproken.
Bron: Omroep Flevoland